“Schots en scheef” dat was het thema van het eerste chirokamp van Yanica. Vorige zomer was het haar beurt om deze bestemming in alle geuren en kleuren te ervaren! Met 3 weken tijd, eigen wagen, de wandelschoenen en zot veel goesting vertrok ze richting het noorden.
Schotland stond al een tijdje op mijn (oneindig) lijstje van groene bestemmingen en deze zomer was de uitgelezen kans om me volledig over te geven aan deze karaktervolle bestemming. De afstand tot het noorden van Groot-Brittannië schrok ons niet echt af, het gaat dan ook allemaal heel vlot! Met de Eurotunnel sta je in reeds 35min in het zuiden van Engeland én heb je een uur gewonnen. Daarna volgen er wel zo’n kleine 800km tot het zuiden van Schotland, met de vlotte snelwegen en de nodige pauzes was dit geen enkel probleem. Eenmaal aangekomen in Schotland en afhankelijk van je bestemmingen veranderen de wegen af en toe tot heuse uitdagingen. Eigenlijk vallen de afstanden allemaal best mee, maar door het draaien, stijgen en dalen moet je steeds voldoende tijd rekenen. Ook moet je regelmatig via wegen die slechts breed genoeg zijn voor 1 wagen, daar dien je dan gebruik te maken van de vele passing places om tegenliggers te kruisen of snelheidsduivels te laten passeren. Maar het adembenemende landschap maakt alles ruimschoots goed, het rijden was vaak de bestemming op zich!
Onze eerste stop was het Galloway Forest Park in het zuidwesten. Dit grote bosdomein staat bekend om zijn vele mooie wandel- en mountainbikepaden. Daarnaast is het ook een Dark Skye Park sinds 2009. Dankzij de weinige bebouwing en bijgevolg lichtvervuiling is dit gebied de uitgelezen plaats om ’s nachts sterren en meer hemellichamen te bekijken. De reis gaat verder richting het noorden via de kustweg, onderweg bezoeken we Culzean Castle. Dit kasteel met bijhorend domein is het paradepaardje van de Scottish National Trust. De Schotse architect, Robert Adam, mocht zijn romantische stijl uitoefenen op het 18e-eeuwse herenhuis dat dramatisch gelegen is op de rand van een klif. De omringende tuinen lenen zich uitstekend tot een gezellige picknick op een zonnige dag. Vervolgens naar de highlight Loch Lomond & The Trossachs National Park. Loch Lomond is het grootste meer van het vasteland en na Loch Ness het beroemdste meer van Schotland. Het meer strekt zicht uit over de grens van de Highlands. Het zuidelijke deel is breed en bezaaid met bossen en laaggelegen weilanden. Echter, noordelijker versmalt het meer en bezet het een diepe geul die tijdens de IJstijd door gletsjers is uitgegraven met aan weerszijden bergen tot 900m hoogte. Aan de oostkant biedt de wandeling naar Conic Hill een adembenemend uitzicht over het zuidelijk deel van het meer met haar eilandjes.
Best een pittige wandeling gezien je zo’n 350m stijgt in slechts 2km. Uiteraard kan je hier ook de wandelschoenen inruilen voor een relaxte cruise op het meer. De regio van The Trossachs biedt uitzonderlijke natuurschoonheid en uitstekende wandel- en fietsroutes. De dichtbeboste heuvels, romantische lochs, de status van Nationaal Park en een interessante selectie van plekken om te verblijven en te eten zorgen voor haar populariteit. Wij maakten er een wandeling naar de top van Ben A’an heuvel en langs Loch Katrine.
De weg leidt ons verder naar Glen Lyon. “The longest, loneliest and loveliest glen in Scotland’, volgens Sir Walter Scott. De glen strekt zich uit over 50 onvergetelijke kilometers van gammele stenen bruggen, inheems bos en met heide begroeide heuvels, en wordt steeds wilder en minder bevolkt naarmate het zich een weg naar het westen slingert. Legendes zeggen dat dit de toegangspoort was tot Faerieland en zelfs de meest sceptische bezoekers zullen zeker in vervoering raken door de magie van de vallei. Een steile en spectaculaire route vanaf Loch Tay doorkruist de heuvels, de weg gaat verder tot aan de dam op Loch Lyon. Er zijn geen dorpen in de vallei, het majestueuze landschap is de belangrijkste reden om hier te zijn. Er zijn verschillende bewegwijzerde boswandelingen en meer uitdagende heuvelwandelingen in de omliggende bergen. Fietsen is ook een ideale manier om de glen te verkennen en fitte renners kunnen een lus maken naar Glen Lochay via een uitdagende weg.
Van de ene glen naar de andere. Glen Coe is de beroemdste glen van Schotland, ook de grootste en – bij slecht weer – de grimmigste. Alle toegangswegen bieden een rit met onvergetelijke vergezichten over het landschap. Wij namen in Glencoe Mountain Resort, uitzonderlijk, de stoeltjeslift naar de top van Glencoe Mountain. Met de wind in onze haren hadden we er en prachtig zicht over de omliggende bergen! We maakten er ook een wandeling naar de Lost Valley, een magische plaats in de bergen dat nog steeds wordt achtervolgd door de geest van MacDonalds die hier stierven terwijl ze het bloedbad in Glencoe van 1692 ontvluchtten. Een ruig pad gaat via een brug over de rivier en klimt dan de beboste vallei tussen Beinn Fhada en Gearr Aonach op. De route leidt steil omhoog door een doolhof van gigantische, willekeurige, met mos bedekte rotsblokken voordat ze – geheel onverwachts – uitkomt in een brede, open vallei met een vlakke weide. In de dagen van oorlog tussen de clans, werd de vallei – onzichtbaar van buitenaf – gebruikt om gestolen vee te verbergen. Een wandeling met een verhaal!
Na wat opzoekingswerk, wikken en wegen besloten we om op een zonnige zondag de uitdaging aan te gaan en de Ben Nevis te beklimmen. Met zijn 1344m hoogte is het de hoogtste berg van het vasteland van Groot-Brittannië. Ondanks mijn ervaring van vele wandelingen in ons prachtige Belgenland, is wandelen in de Highlands van Schotland zeker niet te onderschatten of zelfs te vergelijken. Het weer in de bergen kan snel omslaan en zonder geschikt materiaal en navigatie skills wil je niet vastzitten in de mist. Gelukkig waren de weersverwachtingen warm en helder. Uiteraard ben je niet alleen tijdens de beklimming, gezien het duidelijke pad en de populariteit van de berg. De top bereiken was een onvergetelijke ervaring, bucket list: check!
De volgende bestemming op onze roadtrip was opnieuw een hoogtepunt. Isle of Skye ontleent zijn naam aan het Oud Noorse sky-a, dat zoveel betekend als wolkeneiland. Een verwijzing van de Vikingen naar de vaak in mist gehulde heuvels. Het is het op een na grootste eiland van Schotland, een lappendeken van fluwelen heidevelden, grillige bergen, sprankelende lochs en torenhoge zee kliffen. Het prachtige landschap is de belangrijkste attractie, maar als de mist nadert zijn er zeker ook tal van alternatieven. Wij hadden tijdens ons verblijf heel veel geluk met het weer, ‘s morgens mist die opentrok naar de middag. Of zoals de Schotten het zelf zeggen: 1 dag mooi weer is toeval, meerdere dagen op een rij is geluk. Onze wandelschoenen deden dan ook overuren met als toppers Quiraing, Cuillin Hills en The Old Man of Storr.
Na het eiland vatten we onze weg verder via de North Coast 500, het Schotse antwoord op de route 66. Dit is zeker geen route voor beginnende chauffeurs. Hij volgt de ruige kust van Noord-Schotland via wegen die vaak niet al te breed zijn en langs vissersdorpjes en kasteelruïnes in het berglandschap kronkelen. Schotland is vanouds een populaire vakantiebestemming. Echter worden de meest toegankelijke plaatsen het meest door toeristen bezocht. Omdat het zo ver van de belangrijkste steden ligt, was het uiterste noorden van het land lang onbekend. Maar in 2015 werd de NC500 uitgezet, een route die dit vergeten gebied letterlijk op de kaart zette en van vorm en identiteit voorzag. De route maakt een lus van 800km vanuit Inverness, wij startten met de uitdaging van Applecross Pass. Een adembenemende bergpas met haarspeldbochten en heel wat stijgen en dalen, bekijk zeker eens een filmpje op Youtube! Verder ging het langs gezellige vissersdorpjes met zelfs mooie, witte zandstranden in het noorden. We bezochten ook Dunnet Head, het meest noordelijke punt van het vaste land en ook de thuishaven van verschillende soorten zeevogels.
De reis gaat terug in zuidelijke richting en eindigt in Cairngorms National Park. Dit is het grootste nationale park in Groot-Brittannië, meer dan twee keer zo groot als Lake District. Het park omvat het hoogste bergplateau van het land, alleen verscheurd door de diepe valleien van de Lairig Ghru en Loch Avon, met een gemiddelde hoogte van meer dan 1000m en inclusief 5 van de 6 hoogste toppen van het land. Dit woeste berglandschap van graniet en heide heeft een subarctisch klimaat en herbergt zeldzame alpiene toendra-vegetatie en vogelsoorten op grote hoogte. Dit is de regio bij uitstek om heuvels te bewandelen! Wij maakten hier enkele korte wandelingen en genoten ten volle van ons hotel in Braemar.
En zo zat onze roadtrip door het ruige Schotland er alweer op. Al dat natuurschoon heeft ons hart meer dan bekoort, natuurlijk namen we het wisselvallige weer er met plezier bij. Zoals mijn moto gaat: slecht weer bestaat niet, alleen slechte kledij!
We gebruiken cookies voor een betere klantenervaring en een makkelijker gebruik van deze site. Door verder te surfen op deze website ga je akkoord met het gebruik van deze cookies. Lees alle informatie.